Querijn Hensen ontwikkelt zich als zwemmer en persoon

woensdag 16 november 2016

Talentvolle zwemmer wil meedoen aan de Paralympische Spelen van 2020 in Tokio.

SOEST - Querijn Hensen (15) is er een van een drieling. Zijn twee identieke broertjes Quinten en Ruben vermaken zich met respectievelijk hockey en mountainbiken. Querijn ligt het liefst in het water. ’s Morgens of half zes start hij al met trainen. Zwemmen was een van de weinige sporten die de jonge Hensen kon doen toen hij te kampen kreeg met jeugdreuma. Nu wil hij voor Oranje uitkomen tijdens de Paralympische Spelen in Tokio in 2020. Belangrijke onderdelen heeft hij nu al gewonnen. “Ik heb meer zelfvertrouwen gekregen en door het zwemmen ben ik veel breder dan mijn broers.”

Querijn voetbalde met zijn broertjes bij SO Soest. Maar toen hij op 8-jarige leeftijd verschijnselen van jeugdreuma kreeg, moest hij op zoek naar een andere sport. Bij de Duinkikkers kreeg hij training van Sven van Zanten. De gedreven coach herkende het talent van Querijn. De sportieveling ontwikkelde zich de afgelopen zeven jaar sterk. Zijn specialisme ligt op de korte afstanden 50 en 100 meter vrij en de 50 en 100 meter rugslag.

“Ik ben zo blij met het zwemmen. Dat is een sport waarbij de gewrichten de minste weerstand hebben. Andere sporten zijn door mijn beperking nauwelijks mogelijk. Mijn reuma begon met een dikke knie. Maar mijn ziekte is progressief en wordt met medicijnen onderdrukt. Ik kan niet meer dan 600 meter lopen, dan doet alles pijn. Knieën, enkels, heupen en handen. In het water ben ik vrij, kan ik veel meer.”

De beperking die Querijn moet ondervinden zorgt soms voor denigrerende opmerkingen. De zwemmer gaat volwassen met kritische mensen om. “Het probleem van sommige mensen is dat zij de ernst niet onderkennen van jeugdreuma. Dat is dan hun probleem. Ik ga niet in op negativiteit, maar ik stel mij positief op. Als je op jonge leeftijd ziek wordt, dan moet je snel volwassen worden. Ik leef voor mijn droom en dat is het realiseren van een podiumplek op de Paralympische Spelen van Tokio in 2020. Hiervoor train ik gemiddeld 21 uur per week. Inmiddels doe ik dit via The Hague Swimming bij Utrecht Swimming in Zeist onder leiding van oud-topsportzwemmer Robin van Aggele en Bert Smit.”

Querijn zit op een speciale LOOT-school voor topsporters. De sfeer en de mogelijkheden die de school biedt stemmen hem en zijn ouders gerust. “De leraren kennen de situatie. Er wordt rekening gehouden met trainingstijden. De lestijden zijn in overleg. Dat is fijn en dat geeft rust in het hoofd. Ik vind het heerlijk zo. Ik ben een jongen van 15, maar ik vind het prima om ’s morgens om half vijf op te staan om vervolgens een uur later in het water te liggen. Ik weet waarvoor ik dat doe…het realiseren van mijn droom.”

STEUN VAN HET BENTINCK FONDS

Delen op social media

FacebookTweetLinkedInPinterestE-mail